Wartcycla is voor de 2e keer naar de Dolomieten gegaan. Zaten we de vorige keer in 2004 in Pedraces en Valdidentro dit keer was de uitvalsbasis Selva di Cadore.  Onze wegkaptein had daar een 5 tal prachtige routes uitgezet.

De geplande routes

De geplande routes

Verder had hij een mooi overzicht van de te nemen passen met bekende vergelijkingspassen gemaakt. Daarmee kon iedere deelnemer goed inschatten wat de zwaarte van deze week zou worden. Dit werd tijdens de eerste avond in een routeboek uitgedeeld. Daar stonden ook de profielen van de reuzen van de Dolomieten per stuk uitgeprint in. In het hooggebergte fietsen vraagt een behoorlijke conditie, maar circa 12000 hoogtemeters in 5 dagen is te doen. Uiteindelijk gingen we met 7 deelnemers deze uitdaging aan.

Na een lange rit van 12 uur kwamen we uiteindelijk om 21.00 uur bij Hotel Giglio Rossa (Rode lelie) in Pescul aan. Dit hotel was via En Route geboekt en wist dus wat een fietser wil. Goed eten, een goed bed en een afgesloten onderkomen voor het stalen, titanium, aluminium of carbonnen raspaardje. Als we niet van te voren onze late aankomst hadden laten weten, dan was het eerste diner aan onze neus voorbij gegaan. Gelukkig konden we in ons beste Italiaans Duits duidelijk maken dat we graag nog wat wilden eten. We werden tijdens het diner duidelijk ingelicht over wat de volgende dag brengen zou : Passo Duran vanuit Agorda en Forcella Staulanza vanuit Dont . (rondje 1 in het kaartje hierboven).mooi-weer-hotel

Rondje 1 zou een opwarmrondje zijn, goed te doen. Jaja, daar kwamen we achter. Zelfs het zoete Italiaanse ontbijtje met 7 verschillende croissants deed hier geen wonderen. Misschien omdat het de eerste echte klim was, ging het zo moeilijk. Zijn de Alpen mooi gelijkmatig, de Dolomieten blinken uit in grilligheid, en de passo Duran al helemaal. Veel rode stukjes (>10%) wisselden af met gele stukjes (tot 10%) en dat 12,5 km lang. Voor sommigen was de eerste kennismaking met het hooggebergte behoorlijk confronterend: Te snel beginnen, betaal je later terug. Ook de lokalen zagen we op een racefiets, maar dan dalend in een gebruind ontbloot bovenlijf en zonder helm. Het was mooi weer, maar dit ging toch iets te ver volgens ons.

the-crew

Met de Italiaanse vlag. Het is wel erg mooi weer. Een verdiende lunch na hard werken op de Duran.

In het hotel verbleven we op basis van halfpension. ’s Middags lunchten we ergens tijdens de tocht halverwege op een geschikte plek. Het prachtige weer maakt dit tot een geweldig gezellige rustpauze.

Na de lunch wachtte de afdaling op ons. Dat was even wennen met al die haarspeldbochten. Het laten lopen van de fiets lukte op sommige stukken, maar vaak was het toch opletten en de vingers op de rem. Een paar van ons belanden op de verkeerde helft van de weg. Daarna waren ze helemaal weer wakker. Ook de velgen worden behoorlijk heet. Vandaar dat plakkers op de binnenband verboden zijn omdat de lijm los kan laten, met alle gevolgen van dien.

De Staulanza wachtte op ons. We vlogen naar boven, maar niet echt. De 12,5 km en de warmte begonnen we te voelen. Maar zoals heel de week ook zou gebeuren, wachtten we boven netjes op elkaar, want de foto bij het passenbord met de hoogtemeters was letterlijk en figuurlijk het hoogtepunt. Bij hotel wachtte dan het koude bier op een warm terras op ons; het andere hoogtepunt van de dag. Of zoals één het mooi verwoordde: “De beloning die nog moet komen”, terwijl hij verder omhoog maalde.

eenzame-strijderpasso-duran

In de avond voegden de twee laatste deelnemers zich nog bij ons; werd het nog gezelliger met al die Italiaanse wijn tijdens het diner.

Dag 2 (ronde 2 van het routekaartje)

Spannend; hadden onze tere vergrijsde lijven de eerste dag goed verteerd? Op het menu stond de beroemde Sella ring, het mooiste fietsgebied van Europa. En dat was het zeker. Onze 2 nieuwelingen gingen voortvarend van start en waren gewoon niet te houden. Achtereenvolgens gingen de Pordio, de Sella, het mannelijk ego (door vrouwelijke professionals die hard omhoog reden), de Gardena en de Campolongo onder onze wielen door. Op de Sella hadden we onderstaand prachtig uitzicht.

passo-sella

frank-d3-kleuters-op-een-hek

In Arabba begon het te onweren en dat zag er niet goed uit. Gelukkig vonden we een goed café waar we ons zouden kunnen vermaken. Toch hield de regen en vooral het onweer aan. De oplossing waren de auto’s. Zo konden de 3 chauffeurs veilig de thuisbasis bereiken, en tijdens het diner waren we dit buitje algauw weer vergeten.

Dag 3 (rondje 3 )

Het routeboek gaf aan: dinsdag (100 km / 2700 hm) Selva di Cadore – Forcela Staulanza (1773m) – Passo Cibiana ( 1530 m) – Passo di Giau (2233) – Selva di Cadore.

We gingen op pad met z’n vieren. De andere drie waren op zoek naar een autodealer voor reparatie of hadden rust nodig vanwege een blessure of herstel. Na een prachtig lange afdaling van de Staulanza van meer dan 15 km, sloegen we een stil weggetje in naar de passo Cibiana. Dit werd een prachtige klim. Heerlijk stil onderweg. Alleen het vallen van de zweetdruppels kon je horen, en bijna geen motorrijders of auto’s. Een het passenbord was stickervrij; de hoogtemeters goed te lezen. Normaal heeft iedere motorclub de behoefte om zijn stickertje (lees plasje) op het bord achter te laten. We konden als wielerliefhebbers bijna geen foto maken zonder stickerverwijderaar mee te nemen. De oudere generatie gaf ons het perfecte voorbeeld. De afdaling van de Cibiana was werkelijk schitterend. Langs mooie lokale dorpjes en een terras en een tot fietspad omgetoverd oud spoorlijntje kwamen we in het dal uit bij Cortina d’Ampezzo. Daar hebben we in 2 etappes de lunch genuttigd, om uiteindelijk de klim naar de Giau te vatten. Deze dag van de minder steile kant, maar inmiddels begonnen de kilometers hun tol te eisen en dan wordt elke kilometer bergop zwaarder.

passo-staulanza mooi-uitzicht

Ook van deze kant deed de Giau au. De gele stukjes van het profiel kwamen hier niet onder de 9%. Doseren was hier het toverwoord. (Dat gold trouwens voor de hele week.) Na vele bochten en steil omhoog lopende rechte stukken, kwam uiteindelijk de top in zicht. Boven een foto nemen en gauw weer dalen op een nat wegdek voor biertje op het terras. En die smaakte weer prima.

fris-en-een-beetje-regen

Dag 4 (geen rondje)

Een mooie rustdag. Beentjes omhoog, dat hadden ze wel verdiend. Een ieder ging zijn eigen gang. Bij ons veel bezochte restaurant Belvedère, hadden we vanaf de lunchtafel een prachtig uitzicht.

lunch-belvedere-uitzicht

Dag 5 (Rondje 4)

Vandaag stond de Giau vanaf de steile kant op het programma. En steil was hij, dat hadden we 2 dagen geleden gezien tijdens de afdaling. Sommigen gingen via de Falzarego naar de andere kant van de Giau. Maar iedereen was inmiddels ervaren genoeg om zichzelf niet op te blazen en begon gedoseerd aan de klim. En vandaag was het erg mooi weer. Het uitzicht bovenop was fantastisch.   Daar werd van de Espresso en Cappuccino (echte Italiaanse) dubbel genoten, wel 1,5 uur lang.

passo-giau-1 passo-giau-2

Lol hadden we zeker! Als het ene bord volgestickerd is door de Bandidos, dan gebruiken we andere!

bandidos-2 bandidos-1

Daarna vol gas afdalen naar de volgende klim, de Falzarego die langzaam als vals plat begint, maar daarna steiler wordt. Een eindeloze weg die maar duurt en duurt en duurt…….en na 10 kilometer eindelijk het passenbordje oplevert. Is het geen plaatje…?

passo-folzareggo

Dag 6 (rondje 5)

Wow nog één dag; en dan hadden we het volgebracht. 5 dagen fietsen in de Dolomieten.

Passo San Pellegrino – vanuit Cencenighe. Zo heet ie, en er zaten erg veel rode stukjes in volgens het routeboek; volgens de Italianen zelfs stukjes van 18%! En dat voelde ook zo, een ware helletocht!

steil-2 steil-1

Zou je met 18% nog op een overstekende koe kunnen botsen met je racefiets bij 7km/uur?

Na 3,5 km harken vlakte de weg gelukkig weer af. Met 18 km was dit veruit onze langste klim deze week. Dat zou een mooie lange afdaling worden naar Moena. Maar eerst weer poseren voor het passenbordje.

passo-soraga

lunch

In Moena een waarlijk vakantiegevoel tijdens de lunch op het zonnige terras. Pizza en pasta, nu nog zonder alcohol. Daarna gingen we door een prachtig dal richting Canazei. Ook hier belanden we op een fietspad. Dat gaf wat rust na zo’n drukke provinciale weg met al dat toeristische verkeer en de Oostenrijkse Porscheclub.

fietspad-2 fietspad-1

Hierna nog 1 klim, de Fedaia, en die was bij sommigen bekend van 2004: niet te steil, maar duurt wel lang en eindigt in een donkere tunnel bovenop. Vooral de afdaling van de andere kant staat bekend om de hoge snelheden die in de afdaling behaald kunnen worden. Maar eerst boven genieten van het uitzicht.

meertje passo-fedaia

 

 

En toen afdalen…. Sommigen tikten de 80 aan, misschien wel de 90 op het lange rechte stuk van 10%. Eentje had een leeglopende band kwam hij achter in de bocht. Gelukkig liep dat goed af en werd deze voortvarend vervangen.

lekke-band

Het was een lange afdaling die ons uiteindelijk naar de laatste klim in Caprille bracht. Nu gingen we door de duistere tunnels omhoog. Dat ging iets gemakkelijker dan naar beneden zoals de eerste dagen. Toen doken we de onverlichte tunnels in zonder iets te zien. Maar ja je zag je voorgangers ook nog op de fiets zitten, dus het asfalt zou wel goed zijn. (De schitterende analogie met een carrière bij Wartsila werd gemaakt. Je ziet je collega’s ook nog achter hun bureau zitten dus het zal nog wel goed gaan.)

Uiteindelijk kwam onze wegkaptein als eerste boven om gelijk naar het restaurant voor ijsjes door te fietsen. Selva di Cadore was bereikt. Nog 1 stukje van 10% van 1 kilometer te doen. Van het echte Italiaanse ijsje werd volop genoten. We hadden het volbracht: 12.000 hoogtemeter in een prachtige en gezellige week. De Dolomieten zijn met recht een mooi fietsgebied, zoniet het mooiste van Europa! Nog eenmaal een applaus voor alle hoofdrolspelers in dit fietsavontuur:

wel-en-geen-helm peter-s otto johan frnk-d afzien andere-peter

 

 

 

Categories: Nieuws 5 like

Comments are closed.